Begeleiden van OR leden;
haal het beste naar boven

Begeleiden van OR leden; haal het beste naar boven

Het begeleiden van OR leden is een hele uitdaging voor het dagelijks bestuur. Zo bleek ook tijdens deze workshop bij OR-KompAS. De deelnemers kregen een casus voorgelegd van een OR lid die te veel hooi op zijn vork nam en het even niet meer aankon. De meningen hoe ze de dit op konden pakken liepen uiteen. Gelukkig gaf de theorie situationeel leidinggeen van Hersey en Blanchard een helpende hand.

Om de OR leden effectief te begeleiden en daarmee het beste in de leden naar boven te halen, moet je de begeleidingsstijl afstemmen op het OR lid. Een nieuw OR lid kan je op een andere manier begeleiden dan een zeer ervaren OR lid. Ook wanneer je het ervaren OR lid een nieuwe taak geeft (bv. als commissie voorzitter) kan het voorkomen dat je in het begin extra begeleiding moet geven.

De theorie is gegrondvest op twee pijlers:

A. het niveau van taakvolwassenheid van het OR-lid die door het DB-lid begeleid kan worden;

B. de hoeveelheid sturing (taakgedrag) en de hoeveelheid sociaal-emotionele ondersteuning (relatie gedrag) die het D-lid in een gegeven situatie zou moeten bieden.

De begeleiding van de OR leden kan per situatie verschillende zijn. Volgens de theorie van situationeel leidinggeven van Hersey en Blanchard onderscheiden we:

  • Taakgedrag: acties gericht op taak
  • Relatiegedrag: (mensgericht) acties gericht op de relatie

Taakgedrag komt tot uitdrukking door uit te leggen wat iedere medewerker moet doen en tevens wanneer, waar en hoe opdrachten dienen te worden uitgevoerd (instructie).

Relatiegedrag komt tot uitdrukking door het bieden van sociaal/emotionele ondersteuning en het bieden van relationele hulp.

Uitgangspunt van de gedragskeuze als DB-lid is de positie van het OR-lid. Wil en kan hij/zij de taak uitvoeren ? Als beide met ‘ja’ beantwoord kunnen worden, dan kan je in feite de taak delegeren.


Deze begeleidingsstijlen vragen allen een andere aanpak.

De essentie van de theorie van Hersey & Blanchard is dat het DB-lid toevoegt wat bij het OR-lid ontbreekt. Dit betekent, dat er een voortdurende afstemming moet plaatsvinden tussen de bekwaamheid en de bereidheid van het OR-lid en - op basis daarvan - de stijl van het DB-lid. Met andere woorden: als het DB-lid in staat is om zijn stijl van begeleiding aan te passen aan de aard en kenmerken van de leden, zal hij het meest efficiënt begeleiden.

Het inschatten van welke stijl nodig is bij een OR -lid is al een hele klus. Tijdens de workshop hebben we ook geoefend met een begeleidingsstijl. Daaruit bleek dat het een vaardigheid is om de leden te begeleiden en dat er nog flink wat oefening nodig is om de stijl op een juiste wijze toe te passen.

Maar laten we dat doen; het beste in de leden naar boven halen.